Wie schrijft die blijft

Het leven op de camping bevalt goed. Ik ben veel thuis, kan mijn eigen tijd indelen en heb altijd blije mensen om me heen. Ik ben een trotse gastvrouw. Trots op onze plek en op de omgeving. Soms loop ik een beetje naast m’n schoenen.

De vrijdag voor Pinksteren was een enorm drukke dag. Dat was een uitdaging. Ik probeerde ’s ochtends nog wat rust te pakken. Toen iedereen de deur uit was, was het huis van mij. Het was stil. De houtkachel brandde. Ik pakte koffie en mijn schrijfschrift.

Ik schreef wat overdenkingen. Over de comfortabele trui, die als enige niet in de winterdoos was beland en op deze koude dag weer even aan kon. Ik was een truienmens, schreef ik. Over mijn lievelingsspijkerbroek die ik die ochtend weg had moeten gooien. En hoe dat mijn dag had kunnen vergallen. Over de pompoensoep die ik ondertussen kookte. Het zou een zomers soepje worden met fruitige ingrediënten.

Zomaar wat schrijven. Writefulness noemen ze dat. Dat is fijn. Het werkt rustgevend en mijn lijf reageert er goed op. Eindelijk ben ik begonnen met het afbouwen van de Prednison. Al bijna 5 jaar krijg ik kunstmatige weerstand uit een doosje. Ik hoop de vijf jaren niet vol te maken. Ik halveerde de dosering naar 2,5 mg.

Binnen 10 dagen zat ik bij de huisarts. Een infectie op de huid. Van mijn tenen tot de wreef. Ik krijg antibiotica. Op dezelfde dag wordt de bestelling CBD-olie geleverd. Daar heb ik mijn hoop op gevestigd. Hoe mooi zou het zijn als ik de Prednison kon vervangen door een natuurlijk middel. En áls dat zou gebeuren, wat een mooi succesverhaal zou ik dan kunnen schrijven.

Men zegt dat het goed is je wensen op te schrijven. Bij deze: ik wil mooie voeten en een nieuwe spijkerbroek. Verder hoop ik op een zonnige zomer en een mooi campingseizoen.

Ik sprak gisteren mijn voicemail in. ‘Hallo met Tine Haantjes van camping De Groene Parel’. Het klonk best eigenwijs, al zeg ik het zelf. Maar dat is wie ik tegenwoordig ben: campingeigenaar. En vanaf volgende maand begin ik met een cursus writefulness. Als dan in oktober het toeristenseizoen afloopt, dan ga ik writefulness-lessen geven. Gewoon thuis.

Met writefulness leer je schrijvend jezelf kennen, kun je je beter focussen en krijg je meer vertrouwen in jezelf. Het is heerlijk om je gedachten te verwoorden. Dat merk ik zelf sinds ik ben gaan bloggen. Maar writefulness is puurder. Het gaat er niet om dat je mooi schrijft of foutloos. Het doel is om beter in balans te komen door schrijven. Ontdekken wat je al weet.

Je hoeft je tekst niet te publiceren. Dat maakt je kwetsbaar. Maar door de jaren heen, weet ik nu als geen ander: in kwetsbaarheid schuilt je kracht. Al heeft het z’n grenzen. Je ziet mij niet op blote voeten. Nog niet.

Mooie woorden

‘Jij kan echt met woorden toveren’, zei Romkje vanochtend. Ik had haar geholpen met een folder en promotieberichten. Ze was verbaasd over de omvorming van haar tekst. ‘Zo pakkend. Ik ben er oprecht blij mee.’

Laatst hoorde ik: ‘Je lijkt wel een dominee, zo rustig en helder spreek je. Je hebt een fijne stem om naar te luisteren.’ Nóg zo’n mooi compliment!

Jaren geleden deed ik een screening voor Omrop Fryslân. Ik wilde presentator worden. Ik werd ‘te juffig’ bevonden. Ik viel al in de eerste ronde af. Nog altijd als ik in het openbaar spreek, ben ik bang dat ik me teveel als juf gedraag. Maar, blijkbaar ben ik van dat imago af.

Bovendien ben ik officieel ook geen juf meer. Sinds 1 april. En nu ik dit schrijf, voel ik een opluchting. Het hoeft niet meer. Meer en meer komt naar boven wat ik dan wel wil. Als ik heel dicht bij mezelf blijf, dan wordt het communicatie. Een beetje als juf. Ik houd van het verbeteren van fouten. Van zinnen kloppend maken. Van teksten die lekker lopen. Verhalen die boeien en lezers raken.

Ik wil verhalen schrijven en vertellen. Luisteren naar levensverhalen. Op momenten dat het er toe doet. Spreekster bij uitvaarten, dat lijkt me het einde. Juist omdat het ook het einde is.

Tine betekent ‘jij’ in het Roemeens. Dat weet ik al sinds mijn 20e. Maar nu raakt het me. Communicatie gaat over jou. De ontvanger. De verteller mag dan met woorden toveren, rustig en helder spreken; waar het werkelijk om gaat, is dat mensen geraakt worden.

‘Op zoek naar een klavertje vier, vind je de mooiste bloemen’ #Tine

Het borrelt

Er zit een verandering aan te komen

Ik voel het

Het borrelt

Het hangt in de lucht

 

Gisteravond zag ik een héél dun streepje van de nieuwe maan. Als de nieuwe maan verschijnt, is het tijd voor verandering. Men zegt dat er iets nieuws staat te gebeuren.

Vandaag begint de 40-dagentijd. In de kerk hoorde ik het verhaal van Jezus die na zijn doop 40 dagen in de woestijn verbleef. Hij trok niet meteen de wereld in. Tijdens zijn beproeving – iets met engelen en wilde dieren – vond hij kracht in zichzelf.

Ik kan me met hem identificeren. Ik heb het gevoel ook midden in een beproeving terecht te zijn gekomen. Met pijn in het hart nam ik afscheid van het onderwijs. Het was al een tijdje duidelijk dat het ‘m niet meer ging worden. Juf zijn is fysiek onmogelijk. De geest moest dat nog aanvaarden.

Vrijdag was ik bij een stiltedag en ik gaf mezelf de opdracht om die dag afscheid te nemen van het onderwijs. Dat lukte. Tijdens de laatste meditatie, in het laatste moment van stilte, schiet er – als vanzelf – een woord ik je hoofd. Moed. Dat was het. ‘Wat moet ik met moed?’, dacht ik nog. En nu vertrouw ik er maar op dat ik ook de moed vind om te veranderen. Om het te laten veranderen. Als vanzelf.

‘Het is klaar’, zei ik tegen mijn sportman toen ik ’s middags thuis kwam. ‘Dat is mooi’, zei hij.

Een tijdje geleden nam ik een aantal boeken mee uit de bieb. Kort nadat ik daar was afgewezen voor een vacature. Toen borrelde het ook. Ik had zin in een nieuwe uitdaging als leesconsulente. Dat werd ik niet. En dat was prima.

De boeken gaan over spreken, presenteren en rouw. Het heeft mijn interesse. Toch las ik als eerste in het boek over lichaamstaal. Een eyeopener. Een aanrader. Ik zal nooit meer spreken met een opgeheven vinger. Niet als juf. Of in welke andere rol dan ook.

Ik neem een open houding aan. Zowel fysiek als mentaal. Wat zou het plan met mij zijn, vraag ik me af. Misschien komt er duidelijkheid in de komende 6 weken. Veertig dagen. Misschien weet ik rond Pasen wat het wordt.

Op de werkzolder beoordeel ik vandaag de tekst van een bedrijfsplan. Een fijn klusje. Lezen, schrijven en redigeren. Maar even leg ik dat werk aan de kant en sta ik op de grote zolder te zingen. Elske de Wall zingt met me mee. Samen halen we uit op ‘Heb het leven lief.’

En ondertussen wordt het wel lente.

 

‘Als de stormwind gromt en als de lente komt, heb het leven lief’  #LiesbethList

Ingewikkeld

Afgelopen woensdagmiddag was ik op een bijeenkomst van vijf basisscholen uit de regio. De lentebijeenkomst. Vooraf kon ik niet bedenken bij welke school ik precies hoorde. Mijn roots liggen bij de ene school, een nieuwe start op de andere.

Een roots-collega vraagt of ik ooit nog wel kan terugkeren in het onderwijs. Zo! Een pittige vraag op een vrije middag. Een seconde val ik stil. Wat moet ik antwoorden. Aan wiens verwachtingen moet ik voldoen?

Onverwachte steun komt van een collega van mijn nieuwe school. Ze vertrouwt me toe hoe moedig ze me vindt nu ik deze nieuwe stap zet. Ik voel me gesterkt.

De spreker praat vlot over Persoonlijk leiderschap. Steven Covey komt nog langs. Mijn favoriet! Heb je erkenning nodig van een ander? Dat zit je nog middenin de kind-gedachtes. Een kind wil altijd erkenning van zijn ouders. Als je volwassen bent in taakgerichtheid, kun je jezelf die erkenning geven. Doen wat je zelf als zinvol ervaart. Pff. Dat zet me aan het denken.

Bestuurslid Dick Liefting vertelt over het jaar waarin zijn vader overleed. Een heftig jaar. Ik ken het verhaal. Ik las zijn boek. Ik zulke moeilijke jaren ontdek je wie je werkelijk bent. Een innerlijke groei.

Wat ben ik het afgelopen jaar ook gegroeid. Naast een aantal kilo’s, ook van binnen. Dat staat misschien haaks op de verwachtingen van mijn collega’s. ‘Goh, jullie hebben een camping gekocht’, gevolgd door ‘kun jij dat wel?’

Onlangs sprak ik met iemand van het AMK, over het in te zetten tweede spoor. Ik zag er gezond uit zei ze. Klopt! Ik voel me goed. Dat was een tijdje geleden wel anders. Ik vertel mijn verhaal. ‘Ik heb het gevoel dat ik je moet afremmen’. Hmm. We gaan een beroepentest doen, een sollicitatietraining, een oriëntatie op de arbeidsmarkt. En dan zien we wat er van komt.

Het eerste spoor blijft onderwijs. Maar ondertussen komen er ook veel andere leuke dingen voorbij. Ik werd enthousiast van een opleiding ‘Voetreflexologie’; ik heb het schrijven ontdekt en het lijkt me fantastisch om te coachen. Het wordt nog een hele zoektocht.

Onze 12-jarige zoon wil wel eens een ander kapsel, zegt hij net voor de knipbeurt. Jarenlang bepaalde ik het kapsel van onze jongens. Kort met een voetbal-streepje op de scheidingslijn. De kapper is het gewend. Nu wil hij iets anders. Persoonlijk leiderschap, denk ik. Ik zwicht.

Dít had ik vorige week moeten antwoorden! ‘Ja joh, ik ga nog steeds vooruit. En aan de medicijnen wordt gewerkt. Er kan in een jaar zoveel veranderen…’.

‘Je hebt nóg een jaar de tijd’, zei de medewerker P&O, ‘neem geen overhaaste beslissingen.’ Dat ga ik niet doen. Ik wil nú niet een jaar vooruitkijken.

Sjinkie Knecht kijkt nooit verder dan twee weken vooruit. Een verslaggever vroeg hem naar de plannen voor de Olympische Spelen. Zover kon de schaatser niet vooruit kijken. Dat bewonder ik.

Ik train mezelf in de leer van Oma. Ik laat Oma wat vaker thuis. Oordelen, Meningen en Adviezen. Ik ben goed op weg. ‘Het is oké’, zei mijn Mindfulness-trainer vaak. Na 5 keer dacht ik, dat weet ik nu wel. Ik wist het niet. Pas na een keer of 20 drong het tot me door. Het ís oké.

 

Het gaat beter met me sinds het oké is als het soms even wat minder gaat’ #metaandacht

Proactief

Zondag schreef ik een kladje voor een nieuwe blog. Net voor we samen een blokje om zouden gaan. ‘Wacht even, er zit nog een blogje in mijn hoof. Ik moet even schrijven’, zei ik. Mannen wachten op vrouwen. En op sommige vrouwen een beetje langer.

Het is bijna lente. De astronomische lente begint morgen al! Ik ben er klaar voor. Klaar voor verandering. Na de winter komt de lente, de grijze lucht wordt blauw.  Hoe heerlijk is het om de zonnebril weer te dragen en de winterjas te verruilen voor een tussenjas met nieuwe sjaal.

Op de woonbeurs in Groningen probeerde ik een gele sjaal! ‘Pas me, pas me’, riep de sjaal me toe. Ik draaide een paar rondjes voor de spiegel. Toch maar niet. Ik kocht een andere. Mijn vriendin de gele. Twee voor een tientje. Beide blij.

We gingen voor inspiratie naar de Woonbeurs. Na een overweldigend aantal stands, vonden we de koffiehoek met Melis d’r zoenen. Te lekker. Erg gezellig ook. Ik weet nu in ieder geval zeker dat ik een bruine bank wil in ons nieuwe huis. Nou ja, bijna zeker. We kwamen thuis met de overgebleven zoenen, kruiden en een sjaal. Typisch vrouwen.

Over verandering gesproken. Ik maakte een afspraak bij de kapper. Op 21 maart ga ik van lang naar kort. Hoe toevallig is het dat een fotograaf juist nog roodharige modellen nodig heeft. Voordat ik in de kappersstoel zit, komen mijn lange haren nog op de foto. Ik vind het een mooie gedachte.

Tot zover mijn aantekeningen van de zondagmiddag. Het wordt maandag. Een regenachtige dag. Ik krijg bericht dat de fotoshoot niet doorgaat in verband met het slechte weer. En ik overtuig mezelf dat het oké is.

Als ik op mijn werk aankom, zie ik in de lerarenkamer boeken voor rouwverwerking bij kinderen liggen. Op het mededelingenbord hangt een foto. Een foto van een jongen met stralende ogen en een bolle toet. Ik begrijp dat er iets heel erg mis is. De school is in rouw. Het thema lente wordt opzij gezet.

En toch wordt het lente. Sterker nog, het is al begonnen. Al duiken we weg in een warme winterjas, al klettert de regen tegen de ramen, al vechten we tegen tranen.

In de winter zijn er dingen veranderd die ik vast wil houden. Grote dingen en kleine dingen. Ik wil nooit meer een wekker op mijn nachtkastje. Ik wil rustig slapen en mindful opstaan. Voor de drukte van de dag. Ik kocht Sterrenmunt-thee. Hij smaakte heerlijk bij de Mindfulness-training en herinnert me nu aan de wijze lessen.

Een verandering die je wordt opgelegd, werkt niet. Je hebt intrinsieke motivatie nodig. Dat geldt met name voor juffen, is me ooit verteld. Juffen willen juist alles zelf bedenken en ervaren.  Steven Covey geeft daarover mooie inzichten. Over leiderschap. Proactief zijn. Ik voel een drang om zijn boeken opnieuw te lezen.

Met een kop Sterrenmunt-thee, staar ik naar buiten. Naar de bomen. De knoppen zijn niet op de takken gelegd, ze zaten al onderhuids. Bij de eerste zonnestralen knappen ze open. Zonder twijfel.

‘Gevoelens kloppen niet aan om te vragen of het uitkomt.’ #fitgirls

Rust

‘Na deze oefening zijn we stil tot het einde van de stiltedag’. Dat zijn vier hele uren. Stilte in de trainingsruimte, stilte tijdens de wandeling en tijdens de lunch.

De eerste oefening is de bodyscan. Ik verwacht in slaap te vallen. Mijn néé. Mijn lijf tintelt. Ik voel energieke rillingen. Thuis zou ik opstaan en denken: ik heb het koud. Nu voelen de rillingen anders. Ik laat verschillende kleuren door mijn lijf stromen. Rood, groen, wit, maar voornamelijk blauw. Als een frisse Mentos. De scan is ook verfrissend en ik val niet in slaap.

Bij de volgende meditaties moet ik halverwege even doorzetten. Na 20 minuten komt er weerstand, vertelde de trainster al. Dat is gewoon. Maar als de afronding wordt aangekondigd, baal ik. Precies als na een film, wanneer de aftiteling begint en mijn sportman opstaat in de bioscoop.

Vier uur lang niet praten is heerlijk. Je gedachten laten rusten nog fijner. We lopen buiten. De paden zijn drassig en liggen vol takken. We lopen door een bos met een vijver. Het liefst zou ik een stukje rennen of even schreeuwen. Zo halverwege de dag. Aan het einde van de dag zou ik willen dat het nog veel langer stil bleef. Nog geen aftiteling. Niet opstaan.

Tijdens de laatste meditatie sluiten we af met één woord. Een zelfgekozen woord. Een woord dat deze dag omvat. Rust. Dat was het. Zo voelde deze dag. In een hectische week met onverwacht lang tandartsbezoek, de start van het re-integreren en het tekenen van de koopakte. Deze dag was een rustpunt.

Toen ik in alle haast en door de regen naar de tandarts fietste, viel mijn oog daar op een sneeuwklokje. Op de terugweg zag ik er ineens honderden. Dat ik die eerst niet had gespot verbaasde me.

In de hectiek van de week oefende ik geen enkele meditatie. En nu voelde ik weer hoe goed het is. De nieuwe Metta meditatie is fijn. Stel je een spiegel voor. Kijk er in met een glimlach. Als een mantra zeg je ‘Moge ik gelukkig zijn’, gevolgd door een aantal andere zinnen. Het mooie is: er passen meer mensen in de spiegel.

Per toeval ontdekte ik een nieuw woord: ambivert. Sinds ik last heb van reuma ben ik ambivert, geloof ik. Introvert en extravert tegelijk. Ik geniet intens van stilte. Van niks doen. Een dagje thuis. Maar zodra ik me oplaad voor een uitje ben ik m’n ouwe extraverte-ik: vrolijk en zelfverzekerd.

Onze jongste dochter ontdekte het fluisteren. En de kracht daarvan. Als al mijn haren zijn weggeveegd, fluistert ze zachtjes heel dicht bij mijn oor. Zo dichtbij dat het kriebelt. ‘Zullen we nagels lakken?’ Zij heeft het begrepen! Met fluisteren krijg je de volle aandacht.

In de vakantie las ik een boek. Na een jaar zonder boeken, las ik een heel boek. 319 bladzijden concentratie. Wat een fijn gevoel. En wat een rust. Dat gun ik ieder mens: de rust en het plezier van lezen. Als ik de Metta weer doe, mag je naast me staan in de spiegel. Dan wens ik je niet alleen geluk, vertrouwen en bescherming. Maar ook rust.

Luister naar het fluisteren van je lijf, zodat het niet hoeft te schreeuwen’