Rust

‘Na deze oefening zijn we stil tot het einde van de stiltedag’. Dat zijn vier hele uren. Stilte in de trainingsruimte, stilte tijdens de wandeling en tijdens de lunch.

De eerste oefening is de bodyscan. Ik verwacht in slaap te vallen. Mijn néé. Mijn lijf tintelt. Ik voel energieke rillingen. Thuis zou ik opstaan en denken: ik heb het koud. Nu voelen de rillingen anders. Ik laat verschillende kleuren door mijn lijf stromen. Rood, groen, wit, maar voornamelijk blauw. Als een frisse Mentos. De scan is ook verfrissend en ik val niet in slaap.

Bij de volgende meditaties moet ik halverwege even doorzetten. Na 20 minuten komt er weerstand, vertelde de trainster al. Dat is gewoon. Maar als de afronding wordt aangekondigd, baal ik. Precies als na een film, wanneer de aftiteling begint en mijn sportman opstaat in de bioscoop.

Vier uur lang niet praten is heerlijk. Je gedachten laten rusten nog fijner. We lopen buiten. De paden zijn drassig en liggen vol takken. We lopen door een bos met een vijver. Het liefst zou ik een stukje rennen of even schreeuwen. Zo halverwege de dag. Aan het einde van de dag zou ik willen dat het nog veel langer stil bleef. Nog geen aftiteling. Niet opstaan.

Tijdens de laatste meditatie sluiten we af met één woord. Een zelfgekozen woord. Een woord dat deze dag omvat. Rust. Dat was het. Zo voelde deze dag. In een hectische week met onverwacht lang tandartsbezoek, de start van het re-integreren en het tekenen van de koopakte. Deze dag was een rustpunt.

Toen ik in alle haast en door de regen naar de tandarts fietste, viel mijn oog daar op een sneeuwklokje. Op de terugweg zag ik er ineens honderden. Dat ik die eerst niet had gespot verbaasde me.

In de hectiek van de week oefende ik geen enkele meditatie. En nu voelde ik weer hoe goed het is. De nieuwe Metta meditatie is fijn. Stel je een spiegel voor. Kijk er in met een glimlach. Als een mantra zeg je ‘Moge ik gelukkig zijn’, gevolgd door een aantal andere zinnen. Het mooie is: er passen meer mensen in de spiegel.

Per toeval ontdekte ik een nieuw woord: ambivert. Sinds ik last heb van reuma ben ik ambivert, geloof ik. Introvert en extravert tegelijk. Ik geniet intens van stilte. Van niks doen. Een dagje thuis. Maar zodra ik me oplaad voor een uitje ben ik m’n ouwe extraverte-ik: vrolijk en zelfverzekerd.

Onze jongste dochter ontdekte het fluisteren. En de kracht daarvan. Als al mijn haren zijn weggeveegd, fluistert ze zachtjes heel dicht bij mijn oor. Zo dichtbij dat het kriebelt. ‘Zullen we nagels lakken?’ Zij heeft het begrepen! Met fluisteren krijg je de volle aandacht.

In de vakantie las ik een boek. Na een jaar zonder boeken, las ik een heel boek. 319 bladzijden concentratie. Wat een fijn gevoel. En wat een rust. Dat gun ik ieder mens: de rust en het plezier van lezen. Als ik de Metta weer doe, mag je naast me staan in de spiegel. Dan wens ik je niet alleen geluk, vertrouwen en bescherming. Maar ook rust.

Luister naar het fluisteren van je lijf, zodat het niet hoeft te schreeuwen’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *