Ik heb een talent. Een taaltalent. Ieder mens heeft een invalshoek waarmee hij de zaken waarneemt. Ik ben dus talig. Je kunt ook ritmisch talent hebben of fysiek talent. Dit is de basis voor de theorie van de Meervoudige Intelligentie. Je kunt ook rekenslim zijn. Of beeldslim.
Zowel met talent voor ritmiek als taaltalent houd je van liedjes. Uiteraard. Mijn voorkeur gaat uit naar Nederlands- of Friestalige liedjes, omdat ik wil verstaan wat er wordt gezongen. Ik ben helemaal weg van de liedjes ‘Ken je mij’ van Trijntje Oosterhuis en ‘Mear as in freon’ van Gerbrich van Dekken.
Er vallen me altijd dingen op over taal. Al een hele tijd geleden las ik het boek van Paulien Cornelisse, het moet nog ergens in de boekenkast staan. Vaak deel ik haar mening over onze taal. Ik wil er straks weer eens in het boek in bladeren. Voor de lol.
Eigenlijk
Ik heb een hekel aan het woord eigenlijk. Het haalt alle kracht uit je zin. ‘Eigenlijk ben jij wel heel lief’, ben je dan juist wel of níet lief. ‘Eigenlijk ben ik te moe’. En ga je dan toch? Hoef je dan niet je best te doen, waar je ook heen gaat. Ik ken iemand die zou kúnnen zeggen: ‘Eigenlijk is dat misschien toch wel een heel klein beetje racistisch’. Nah ja, alsof dat gradaties heeft. Schrap eigenlijk uit je zinnen en je zult merken hoeveel krachtiger je overkomt. Als je eigenlijk gebruikt waarvoor het werkelijk is bedoeld, dan moet je het inwezen gewoon blijven gebruiken, hoor.
Moeten
Wie iets gedaan wil krijgen, zal het woord moeten uit zijn vocabulaire moeten schrappen. Vervang het door mogen, gaan of kiezen. ‘Ik moet vanmorgen echt de facturen de deur uit doen’, werkt averechts. Iets wat moet, ga je uit de weg. Als je tegen jezelf zegt: ‘Ik wíl vanmorgen de facturen versturen’ is de kans groot dat je het ook gaat doen. Je wilt het immers zelf. Het werkt bij mij! Zo maakte ik vanochtend sinds lange tijd de koelkast grondig schoon, omdat ik het wilde.
Geen tijd
Nog zo iets. Je zou toch zeggen dat je hype rond ‘druk zijn’ wel voorbij is. Nu is het vooral goed om relaxed of zen te zijn. Ben je te druk om je taken rond te krijgen? Zeg dan eens tegen jezelf: ‘Ik geef er geen prioriteit aan’ in plaats van dat je er geen tijd voor had. Dat doet wat met je. Vandaag te druk om cadeaus voor je bijna 12 jarige zoon te kunnen kopen? ‘Ik geef geen prioriteit aan de cadeaus’, wordt het dan. Hmm, het zet me aan het denken.
Uitroeptekens
In de geschreven taal worden steeds meer uitroeptekens geplaatst. Alsof men tegen je schreeuwt. Zoals je ook je hoofdlettergebruik probeert te temperen, zo hoor je dat ook met uitroeptekens te doen. Nog erger: mensen die vijf (!!!!!) uitroeptekens plaatsen. Zo misplaatst. Je kunt ook als je spreekt niet alles benadrukken. Maak keuzes.
#dankbaar
Hashtag dankbaar. Daar krijg ik jeuk van. Zo ergens tussen mijn schouderbladen, daar waar je nét niet bij kunt. Ik begrijp het ook niet helemaal van mezelf. Ik vind dat je dankbaar moet zijn. Dat wel. Maar met een hashtag? ‘Mijn man heeft mijn haren geverfd #dankbaar’ of ‘Lekker zomers weertje #dankbaar’. Ik krijg er jeuk van.
Verkleinwoorden
Na een voetbalwedstrijd horen de spelers van beide partijen elkaar een hand te geven. Leiders en ouders zeggen dan automatisch: ‘Nog even een handje geven’. Zelfs tegen de E-junioren. Dan ben je 10. Dan heb je geen handjes meer. Dat zou zielig zijn, zo’n grote jongen met van die extreem kleine handjes. Zie je het voor je? Een extra handicap, zoals bij golf. Doet men dat ook met golfballetjes op afslagplaatsjes? Gebruiken ze clubjes op de greentjes? Hoop het toch niet.
De taal van de muziek is de enige universele taal. Zo bijzonder, eigenlijk. Het notenschrift kan over de hele wereld worden gelezen. Over internationaal gesproken, ik heb ook een favoriet Engels liedje: ‘On Children’ van Astrid Seriese. Geweldige tekst!
‘Je kunt het leven ook met een vrolijk gezicht serieus nemen’.