Het borrelt

Er zit een verandering aan te komen

Ik voel het

Het borrelt

Het hangt in de lucht

 

Gisteravond zag ik een héél dun streepje van de nieuwe maan. Als de nieuwe maan verschijnt, is het tijd voor verandering. Men zegt dat er iets nieuws staat te gebeuren.

Vandaag begint de 40-dagentijd. In de kerk hoorde ik het verhaal van Jezus die na zijn doop 40 dagen in de woestijn verbleef. Hij trok niet meteen de wereld in. Tijdens zijn beproeving – iets met engelen en wilde dieren – vond hij kracht in zichzelf.

Ik kan me met hem identificeren. Ik heb het gevoel ook midden in een beproeving terecht te zijn gekomen. Met pijn in het hart nam ik afscheid van het onderwijs. Het was al een tijdje duidelijk dat het ‘m niet meer ging worden. Juf zijn is fysiek onmogelijk. De geest moest dat nog aanvaarden.

Vrijdag was ik bij een stiltedag en ik gaf mezelf de opdracht om die dag afscheid te nemen van het onderwijs. Dat lukte. Tijdens de laatste meditatie, in het laatste moment van stilte, schiet er – als vanzelf – een woord ik je hoofd. Moed. Dat was het. ‘Wat moet ik met moed?’, dacht ik nog. En nu vertrouw ik er maar op dat ik ook de moed vind om te veranderen. Om het te laten veranderen. Als vanzelf.

‘Het is klaar’, zei ik tegen mijn sportman toen ik ’s middags thuis kwam. ‘Dat is mooi’, zei hij.

Een tijdje geleden nam ik een aantal boeken mee uit de bieb. Kort nadat ik daar was afgewezen voor een vacature. Toen borrelde het ook. Ik had zin in een nieuwe uitdaging als leesconsulente. Dat werd ik niet. En dat was prima.

De boeken gaan over spreken, presenteren en rouw. Het heeft mijn interesse. Toch las ik als eerste in het boek over lichaamstaal. Een eyeopener. Een aanrader. Ik zal nooit meer spreken met een opgeheven vinger. Niet als juf. Of in welke andere rol dan ook.

Ik neem een open houding aan. Zowel fysiek als mentaal. Wat zou het plan met mij zijn, vraag ik me af. Misschien komt er duidelijkheid in de komende 6 weken. Veertig dagen. Misschien weet ik rond Pasen wat het wordt.

Op de werkzolder beoordeel ik vandaag de tekst van een bedrijfsplan. Een fijn klusje. Lezen, schrijven en redigeren. Maar even leg ik dat werk aan de kant en sta ik op de grote zolder te zingen. Elske de Wall zingt met me mee. Samen halen we uit op ‘Heb het leven lief.’

En ondertussen wordt het wel lente.

 

‘Als de stormwind gromt en als de lente komt, heb het leven lief’  #LiesbethList

Detox-super-light

Noem het goede voornemens.. ik ga de decemberkilo’s te lijf. En daarvoor heb ik een plan bedacht. Detox-super-light.

1 Dagelijks bewegen

Oók als het regent. Ik heb een waterdichte winterjas, maar gebruik ‘m nooit in de regen.  Vanaf vandaag geen excuses meer; iedere dag een half uur in de benen. Hoppitee.

2 Extra water met Keltisch zeezout

Water is de basis. En dan voeg ik een schijfje citroen toe voor de ontgifting. Als ik alleen maar dénk aan iets lekkers, neem ik eerst een glas water.

3 Koolhydraten minderen

Geen pasta’s, minder aardappelen en geen brood. Bijkomend voordeel is dat ik de keuken in kan duiken om gezonde alternatieve te bakken.

4 Meer goede vetten en eiwitten

Iedere dag een ei en royaal kokosolie, olijfolie en roomboter gebruiken. Ik herinner me van de Fit en Vitaal Challenge dat de hersenen voor 60% uit vetten bestaan en voor 40% uit eiwitten.  Kijk, dan kan ik deze zelfverzonnen super-light-detox ook volhouden.

5 Meer thee

Ik drink meer thee, het liefst gemberthee. En ik probeer te minderen met koffie.

VALKUIL! Trap er niet in… als je het alleen maar probéért, lukt het nooit!

Ik ga minder koffie drinken. En concreet is dat: maximaal drie koppen per dag.

Gisteravond at ik de laatste oliebol. Vandaag is de eerste dag van mijn Detox-super-light.

‘I love it when a plan comes together’ – Hannibal

Veldpret

In alle vroegte, maakte ik vanochtend een wandeling door de Marderhoek. Ik hoorde koeien vanuit de stal en boeren op hun trekkers. De vogels floten me een hartelijk ‘goedemorgen’ toe. Ik zag mooie veldbloemen in  de berm en dacht: ‘Zal ik?’

Vorige week werd me gevraagd welke dingen ik graag deed. Wat zijn activiteiten waarin je jezelf verliest? Waarbij je de tijd vergeet? Ja, bloemen plukken! Ik was vergeten hoe fijn dat is.

Ik pluk de mooiste bloemen en grassoorten. De meeste lol heb ik in het plukken van paardenbloemen. Iedere keer als ik zo’n volle bol wil plukken, komt er een windvlaag of stoot ik de bloem hardhandig tegen het hoge gras. De zaadjes waaien weg en ik houd slechts een kale stengel over.

Vorige week was het moederdag. Gestimuleerd door mijn zus, plukte onze 8-jarige zijn eigen boeket. Met een mengeling van voldoening en trots overhandigde hij het cadeau. Die blik, ik smolt.

‘Geen witte bloemen plukken’, had mijn zusje gezegd, ‘dat is berenklauw!’ Over berenklauw lees je de ergste verhalen met afschrikwekkende foto’s. Honden met blaren op hun snuit en kleine kinderhandjes vol ernstige brandwonden. Ik ken het gedroogde berenkruid. Mooi ter decoratie. En in gedroogde versie ongevaarlijk.

‘Het is toch fluitekruid?’, denk ik vanochtend. Ik pluk fluitekruid, ik ben er bijna zeker van. Het hoort vandaag in mijn veldboeket. Er overkomt me niks.

Ik ga helemaal op in het plukken. Wat een geluk als ik een lange stengel te pakken heb of verderop een nieuwe grassoort ontdek. Dan weer pluk ik een paar boterbloemen, dan weer rode klaver.

Volgende week lopen we hier de Avond4daagse. Vier mooie routes door Gaasterland. We vertrekken in Sloten, Sondel, Nijemirdum en Oudemirdum. De routes zijn al járenlang dezelfde. Over zandpaden, door de bossen en langs het meer.

Bij de finish krijgen onze kinderen traditiegetrouw een veldboeket van beppe. Dat kregen wij vroeger ook. Tegenwoordig smokkelt ze met extra bloemen uit de tuin voor een extra kleurig effect.

En ieder jaar maak ik er weer een foto van. Ik smelt als ik die trotse, vermoeide gezichten zie. In de ene hand de welverdiende medaille en in de andere de mooiste bloemen van de wereld. Met liefde geplukt.

 

‘Het is gelukt! Weer een dag geplukt!’ #jabbertje

Aahh… een spin!

Een Fidget spinner. Is dat leuk? Onze kinderen vinden van wel. Gistermiddag fietsten twee van de vier 15 kilometer naar de winkel. Ze hebben sindsdien een spinner in hun bezit. Een rode en een gele. De andere twee zijn jaloers.

‘Hoe noem je zo’n ding?’, vraag ik. ‘Fidget spinner!’, roepen ze allemaal tegelijk. Ik kan het amper verstaan. De jongste kan nog niet tot 10 tellen, maar dit weet ze wel. ‘Wat een ingewikkelde naam. Kunnen we het niet gewoon een spin noemen? Dat moeilijke woord kan ik niet onthouden.’

Ik word meteen ook op de hoogte gesteld welke leraren dit gedogen en wie niet. Op het voortgezet onderwijs is er maar één docent die het tolereert. In groep 8 is het verboden en in groep 4 hoort de spinner in de la.

Ik sta zelf sinds een paar weken voor groep 3. Van mij mogen de kinderen met de spinner spelen. Maar als het mij stoort, dan graag aan de kant leggen. En niet tijdens het werk. Je kunt nou eenmaal geen twee dingen tegelijk vasthouden: een potlood én een spinner.

Vanochtend deden we in de klas een rekentestje. Eén van de jongens maakt met gemak 75 sommen in vier minuten. Vandaag met zijn spinner op de hoek van de tafel, maakte hij slechts 20 sommen. ‘Ik denk dat het van mijn nieuwe Fidget spinner komt’, concludeerde hij.

In de koffiekamer bespreken we de gadget. ‘Ik wil ze niet zien, hoor!’, zegt een  juf. ‘Ze hadden zelf al bedacht dat hij bij mij niet mocht’, zegt een meester.

Er is een klas waar slechts drie kinderen níet zo’n ding hebben. De juf maakt daar handig gebruik van. ‘Als ik er een zie, is die voor mij. En ook die drie kinderen willen er graag één.’ Nou, daar wordt op gelet! Het zal de concentratie zeker niet verhogen.

Zo’n ding is verslavend. Ik heb het zelf geprobeerd en ik kon ‘m moeilijk weg leggen. Onze twee spin-bezitters, nog maar vier uren in het bezit van het ding, smokkelden ze mee aan tafel. Pech. De spinner bevindt zich in dezelfde rangorde als de mobiele telefoon. Dat doen we niet aan tafel. De spinner mee naar bed? Dat mag dan weer wel.

Bijzonder hoe zo’n rage ontstaat. Ik las in het nieuws dat het patent is verlopen. Daarom worden ze nu in China gemaakt. Het komt eigenlijk uit Amerika. Hoe kan het ook anders. Er moeten toch een aantal goeie trendwatchers in China rondlopen.

De spinner is oorspronkelijk bedoeld om hyperactieve of autistische kinderen te helpen ontspannen. Of het helpt bij concentratie is maar de vraag. Er is geen wetenschappelijk bewijs.

Ik ben een groot voorstander van bewegend leren. Friemelen en frunniken heeft een doel. De hersenen worden geactiveerd. Bewegen en leren gaan hand in hand.

Het enige nadeel is dat de spinner een zoemend geluid maakt. Zo richting de zomer hoor ik liever geen gezoem. Zoals ik in mijn klas al zei: als het mij stoort – of iemand afleidt – dan leg je ‘m aan de kant. Dat moet kunnen, zolang je nog niet echt verslaafd bent.

Nu kunnen er twee dingen gebeuren: of ik krijg door al dat gefriemel hele slimme kinderen in de klas, of ik roep op een dag: ‘… en nu wég met die spinners!’

Ik gok op het laatste…

Foodblog april

Maandag – Als lunch maak ik een vegetarische nasi. Ik las dat gember goed in nasi past. En inderdaad. Dat is een aanrader! Bak fijngesneden, verse gember mee met de uien en knoflook. Voeg groenten en nasikruiden (zonder zout!) toe. O, en ik drink er een glaasje amandelmelk bij.

* Gember is een krachtige ontstekingsremmer

Dinsdag – Na een flinke wandeling, neem ik een hersteldrank: choco smoothie met avocado en banaan. Volgens het recept van onze chocomousse, met extra rijstmelk en zonder kokos. Dat gaat er in als…

* Avocado’s bevatten goede vetten en eiwitten. Ze helpen bij afvallen. Vet gezond!

Woensdag – Gevulde courgettes. Lijkt misschien ingewikkeld… maar dat is het niet! Halve, uitgeholde courgettes besprenkelen met olijfolie.  20 min. in de oven plaatsen, op 200 graden. Bak het vruchtvlees en groentes. Vul de courgettes met het groentemengsel en maak af met geraspte kaas. Opnieuw ca. 20 min. in oven.

 

Donderdag – De olijfolie van de Lidl verving ik door een biologische variant van Giulia. Een pure, eerlijke olijfolie uit Sicilië. Veel lekkerder dan wat ik gewend was…

Vrijdag – Ik ben vandaag jarig! Naast zelfgemaakt appelgebak (met suiker en gluten), maar ik een glutenvrije worteltaart. Van alle worteltaart-experimenten is dit de lekkerste. Het recept vind je hier www.eetpaleo.nl/recepten/snacks/paleo-worteltaart-notenvrij/

* Ik voegde wél noten toe, voor een extra ‘bite’.  

Zaterdag – Sesamcrackers bij de borrel. Lekker met kruidenboter en een tomatenspread. Met een (biologische) appelsap voor mijn man en een (biologische) rode wijn voor mezelf. Niet op de foto, maar minstens zo lekker.

 

Ingewikkeld

Afgelopen woensdagmiddag was ik op een bijeenkomst van vijf basisscholen uit de regio. De lentebijeenkomst. Vooraf kon ik niet bedenken bij welke school ik precies hoorde. Mijn roots liggen bij de ene school, een nieuwe start op de andere.

Een roots-collega vraagt of ik ooit nog wel kan terugkeren in het onderwijs. Zo! Een pittige vraag op een vrije middag. Een seconde val ik stil. Wat moet ik antwoorden. Aan wiens verwachtingen moet ik voldoen?

Onverwachte steun komt van een collega van mijn nieuwe school. Ze vertrouwt me toe hoe moedig ze me vindt nu ik deze nieuwe stap zet. Ik voel me gesterkt.

De spreker praat vlot over Persoonlijk leiderschap. Steven Covey komt nog langs. Mijn favoriet! Heb je erkenning nodig van een ander? Dat zit je nog middenin de kind-gedachtes. Een kind wil altijd erkenning van zijn ouders. Als je volwassen bent in taakgerichtheid, kun je jezelf die erkenning geven. Doen wat je zelf als zinvol ervaart. Pff. Dat zet me aan het denken.

Bestuurslid Dick Liefting vertelt over het jaar waarin zijn vader overleed. Een heftig jaar. Ik ken het verhaal. Ik las zijn boek. Ik zulke moeilijke jaren ontdek je wie je werkelijk bent. Een innerlijke groei.

Wat ben ik het afgelopen jaar ook gegroeid. Naast een aantal kilo’s, ook van binnen. Dat staat misschien haaks op de verwachtingen van mijn collega’s. ‘Goh, jullie hebben een camping gekocht’, gevolgd door ‘kun jij dat wel?’

Onlangs sprak ik met iemand van het AMK, over het in te zetten tweede spoor. Ik zag er gezond uit zei ze. Klopt! Ik voel me goed. Dat was een tijdje geleden wel anders. Ik vertel mijn verhaal. ‘Ik heb het gevoel dat ik je moet afremmen’. Hmm. We gaan een beroepentest doen, een sollicitatietraining, een oriëntatie op de arbeidsmarkt. En dan zien we wat er van komt.

Het eerste spoor blijft onderwijs. Maar ondertussen komen er ook veel andere leuke dingen voorbij. Ik werd enthousiast van een opleiding ‘Voetreflexologie’; ik heb het schrijven ontdekt en het lijkt me fantastisch om te coachen. Het wordt nog een hele zoektocht.

Onze 12-jarige zoon wil wel eens een ander kapsel, zegt hij net voor de knipbeurt. Jarenlang bepaalde ik het kapsel van onze jongens. Kort met een voetbal-streepje op de scheidingslijn. De kapper is het gewend. Nu wil hij iets anders. Persoonlijk leiderschap, denk ik. Ik zwicht.

Dít had ik vorige week moeten antwoorden! ‘Ja joh, ik ga nog steeds vooruit. En aan de medicijnen wordt gewerkt. Er kan in een jaar zoveel veranderen…’.

‘Je hebt nóg een jaar de tijd’, zei de medewerker P&O, ‘neem geen overhaaste beslissingen.’ Dat ga ik niet doen. Ik wil nú niet een jaar vooruitkijken.

Sjinkie Knecht kijkt nooit verder dan twee weken vooruit. Een verslaggever vroeg hem naar de plannen voor de Olympische Spelen. Zover kon de schaatser niet vooruit kijken. Dat bewonder ik.

Ik train mezelf in de leer van Oma. Ik laat Oma wat vaker thuis. Oordelen, Meningen en Adviezen. Ik ben goed op weg. ‘Het is oké’, zei mijn Mindfulness-trainer vaak. Na 5 keer dacht ik, dat weet ik nu wel. Ik wist het niet. Pas na een keer of 20 drong het tot me door. Het ís oké.

 

Het gaat beter met me sinds het oké is als het soms even wat minder gaat’ #metaandacht

Proactief

Zondag schreef ik een kladje voor een nieuwe blog. Net voor we samen een blokje om zouden gaan. ‘Wacht even, er zit nog een blogje in mijn hoof. Ik moet even schrijven’, zei ik. Mannen wachten op vrouwen. En op sommige vrouwen een beetje langer.

Het is bijna lente. De astronomische lente begint morgen al! Ik ben er klaar voor. Klaar voor verandering. Na de winter komt de lente, de grijze lucht wordt blauw.  Hoe heerlijk is het om de zonnebril weer te dragen en de winterjas te verruilen voor een tussenjas met nieuwe sjaal.

Op de woonbeurs in Groningen probeerde ik een gele sjaal! ‘Pas me, pas me’, riep de sjaal me toe. Ik draaide een paar rondjes voor de spiegel. Toch maar niet. Ik kocht een andere. Mijn vriendin de gele. Twee voor een tientje. Beide blij.

We gingen voor inspiratie naar de Woonbeurs. Na een overweldigend aantal stands, vonden we de koffiehoek met Melis d’r zoenen. Te lekker. Erg gezellig ook. Ik weet nu in ieder geval zeker dat ik een bruine bank wil in ons nieuwe huis. Nou ja, bijna zeker. We kwamen thuis met de overgebleven zoenen, kruiden en een sjaal. Typisch vrouwen.

Over verandering gesproken. Ik maakte een afspraak bij de kapper. Op 21 maart ga ik van lang naar kort. Hoe toevallig is het dat een fotograaf juist nog roodharige modellen nodig heeft. Voordat ik in de kappersstoel zit, komen mijn lange haren nog op de foto. Ik vind het een mooie gedachte.

Tot zover mijn aantekeningen van de zondagmiddag. Het wordt maandag. Een regenachtige dag. Ik krijg bericht dat de fotoshoot niet doorgaat in verband met het slechte weer. En ik overtuig mezelf dat het oké is.

Als ik op mijn werk aankom, zie ik in de lerarenkamer boeken voor rouwverwerking bij kinderen liggen. Op het mededelingenbord hangt een foto. Een foto van een jongen met stralende ogen en een bolle toet. Ik begrijp dat er iets heel erg mis is. De school is in rouw. Het thema lente wordt opzij gezet.

En toch wordt het lente. Sterker nog, het is al begonnen. Al duiken we weg in een warme winterjas, al klettert de regen tegen de ramen, al vechten we tegen tranen.

In de winter zijn er dingen veranderd die ik vast wil houden. Grote dingen en kleine dingen. Ik wil nooit meer een wekker op mijn nachtkastje. Ik wil rustig slapen en mindful opstaan. Voor de drukte van de dag. Ik kocht Sterrenmunt-thee. Hij smaakte heerlijk bij de Mindfulness-training en herinnert me nu aan de wijze lessen.

Een verandering die je wordt opgelegd, werkt niet. Je hebt intrinsieke motivatie nodig. Dat geldt met name voor juffen, is me ooit verteld. Juffen willen juist alles zelf bedenken en ervaren.  Steven Covey geeft daarover mooie inzichten. Over leiderschap. Proactief zijn. Ik voel een drang om zijn boeken opnieuw te lezen.

Met een kop Sterrenmunt-thee, staar ik naar buiten. Naar de bomen. De knoppen zijn niet op de takken gelegd, ze zaten al onderhuids. Bij de eerste zonnestralen knappen ze open. Zonder twijfel.

‘Gevoelens kloppen niet aan om te vragen of het uitkomt.’ #fitgirls

Rust

‘Na deze oefening zijn we stil tot het einde van de stiltedag’. Dat zijn vier hele uren. Stilte in de trainingsruimte, stilte tijdens de wandeling en tijdens de lunch.

De eerste oefening is de bodyscan. Ik verwacht in slaap te vallen. Mijn néé. Mijn lijf tintelt. Ik voel energieke rillingen. Thuis zou ik opstaan en denken: ik heb het koud. Nu voelen de rillingen anders. Ik laat verschillende kleuren door mijn lijf stromen. Rood, groen, wit, maar voornamelijk blauw. Als een frisse Mentos. De scan is ook verfrissend en ik val niet in slaap.

Bij de volgende meditaties moet ik halverwege even doorzetten. Na 20 minuten komt er weerstand, vertelde de trainster al. Dat is gewoon. Maar als de afronding wordt aangekondigd, baal ik. Precies als na een film, wanneer de aftiteling begint en mijn sportman opstaat in de bioscoop.

Vier uur lang niet praten is heerlijk. Je gedachten laten rusten nog fijner. We lopen buiten. De paden zijn drassig en liggen vol takken. We lopen door een bos met een vijver. Het liefst zou ik een stukje rennen of even schreeuwen. Zo halverwege de dag. Aan het einde van de dag zou ik willen dat het nog veel langer stil bleef. Nog geen aftiteling. Niet opstaan.

Tijdens de laatste meditatie sluiten we af met één woord. Een zelfgekozen woord. Een woord dat deze dag omvat. Rust. Dat was het. Zo voelde deze dag. In een hectische week met onverwacht lang tandartsbezoek, de start van het re-integreren en het tekenen van de koopakte. Deze dag was een rustpunt.

Toen ik in alle haast en door de regen naar de tandarts fietste, viel mijn oog daar op een sneeuwklokje. Op de terugweg zag ik er ineens honderden. Dat ik die eerst niet had gespot verbaasde me.

In de hectiek van de week oefende ik geen enkele meditatie. En nu voelde ik weer hoe goed het is. De nieuwe Metta meditatie is fijn. Stel je een spiegel voor. Kijk er in met een glimlach. Als een mantra zeg je ‘Moge ik gelukkig zijn’, gevolgd door een aantal andere zinnen. Het mooie is: er passen meer mensen in de spiegel.

Per toeval ontdekte ik een nieuw woord: ambivert. Sinds ik last heb van reuma ben ik ambivert, geloof ik. Introvert en extravert tegelijk. Ik geniet intens van stilte. Van niks doen. Een dagje thuis. Maar zodra ik me oplaad voor een uitje ben ik m’n ouwe extraverte-ik: vrolijk en zelfverzekerd.

Onze jongste dochter ontdekte het fluisteren. En de kracht daarvan. Als al mijn haren zijn weggeveegd, fluistert ze zachtjes heel dicht bij mijn oor. Zo dichtbij dat het kriebelt. ‘Zullen we nagels lakken?’ Zij heeft het begrepen! Met fluisteren krijg je de volle aandacht.

In de vakantie las ik een boek. Na een jaar zonder boeken, las ik een heel boek. 319 bladzijden concentratie. Wat een fijn gevoel. En wat een rust. Dat gun ik ieder mens: de rust en het plezier van lezen. Als ik de Metta weer doe, mag je naast me staan in de spiegel. Dan wens ik je niet alleen geluk, vertrouwen en bescherming. Maar ook rust.

Luister naar het fluisteren van je lijf, zodat het niet hoeft te schreeuwen’

‘Taaltalentje’

Ik heb een talent. Een taaltalent. Ieder mens heeft een invalshoek waarmee hij de zaken waarneemt. Ik ben dus talig. Je kunt ook ritmisch talent hebben of fysiek talent. Dit is de basis voor de theorie van de Meervoudige Intelligentie. Je kunt ook rekenslim zijn. Of beeldslim.

Zowel met talent voor ritmiek als taaltalent houd je van liedjes. Uiteraard. Mijn voorkeur gaat uit naar Nederlands- of Friestalige liedjes, omdat ik wil verstaan wat er wordt gezongen. Ik ben helemaal weg van de liedjes ‘Ken je mij’ van Trijntje Oosterhuis en ‘Mear as in freon’ van Gerbrich van Dekken.

Er vallen me altijd dingen op over taal. Al een hele tijd geleden las ik het  boek van Paulien Cornelisse, het moet nog ergens in de boekenkast staan. Vaak deel ik haar mening over onze taal. Ik wil er straks weer eens in het boek in bladeren. Voor de lol.

Eigenlijk

Ik heb een hekel aan het woord eigenlijk. Het haalt alle kracht uit je zin. ‘Eigenlijk ben jij wel heel lief’, ben je dan juist wel of níet lief. ‘Eigenlijk ben ik te moe’. En ga je dan toch? Hoef je dan niet je best te doen, waar je ook heen gaat. Ik ken iemand die zou kúnnen zeggen: ‘Eigenlijk is dat misschien toch wel een heel klein beetje racistisch’. Nah ja, alsof dat gradaties heeft. Schrap eigenlijk uit je zinnen en je zult merken hoeveel krachtiger je overkomt. Als je eigenlijk gebruikt waarvoor het werkelijk is bedoeld, dan moet je het inwezen gewoon blijven gebruiken, hoor.

Moeten

Wie iets gedaan wil krijgen, zal het woord moeten uit zijn vocabulaire moeten schrappen. Vervang het door mogen, gaan of kiezen. ‘Ik moet vanmorgen echt de facturen de deur uit doen’, werkt averechts. Iets wat moet, ga je uit de weg. Als je tegen jezelf zegt: ‘Ik wíl vanmorgen de facturen versturen’ is de kans groot dat je het ook gaat doen. Je wilt het immers zelf. Het werkt bij mij! Zo maakte ik vanochtend sinds lange tijd de koelkast grondig schoon, omdat ik het wilde.

Geen tijd

Nog zo iets. Je zou toch zeggen dat je hype rond ‘druk zijn’ wel voorbij is. Nu is het vooral goed om relaxed of zen te zijn. Ben je te druk om je taken rond te krijgen? Zeg dan eens tegen jezelf: ‘Ik geef er geen prioriteit aan’ in plaats van dat je er geen tijd voor had. Dat doet wat met je. Vandaag te druk om cadeaus voor je bijna 12 jarige zoon te kunnen kopen? ‘Ik geef geen prioriteit aan de cadeaus’, wordt het dan. Hmm, het zet me aan het denken.

Uitroeptekens

In de geschreven taal worden steeds meer uitroeptekens geplaatst. Alsof men tegen je schreeuwt. Zoals je ook je hoofdlettergebruik probeert te temperen, zo hoor je dat ook met uitroeptekens te doen. Nog erger: mensen die vijf (!!!!!) uitroeptekens plaatsen. Zo misplaatst. Je kunt ook als je spreekt niet alles benadrukken. Maak keuzes.

#dankbaar

Hashtag dankbaar. Daar krijg ik jeuk van. Zo ergens tussen mijn schouderbladen, daar waar je nét niet bij kunt. Ik begrijp het ook niet helemaal van mezelf. Ik vind dat je dankbaar moet zijn. Dat wel. Maar met een hashtag? ‘Mijn man heeft mijn haren geverfd #dankbaar’ of ‘Lekker zomers weertje #dankbaar’. Ik krijg er jeuk van.

Verkleinwoorden

Na een voetbalwedstrijd horen de spelers van beide partijen elkaar een hand te geven. Leiders en ouders zeggen dan automatisch: ‘Nog even een handje geven’. Zelfs tegen de E-junioren. Dan ben je 10. Dan heb je geen handjes meer. Dat zou zielig zijn, zo’n grote jongen met van die extreem kleine handjes. Zie je het voor je? Een extra handicap, zoals bij golf. Doet men dat ook met golfballetjes op afslagplaatsjes? Gebruiken ze clubjes op de greentjes? Hoop het toch niet.

 

 

De taal van de muziek is de enige universele taal. Zo bijzonder, eigenlijk. Het notenschrift kan over de hele wereld worden gelezen. Over internationaal gesproken, ik heb ook een favoriet Engels liedje:  ‘On Children’ van Astrid Seriese. Geweldige tekst!

‘Je kunt het leven ook met een vrolijk gezicht serieus nemen’.